Correspondentie met toeschouwer Via Viola
Brief van Berthe Spoelstra, dramaturge bij De Theatercompagnie, aan een toeschouwer van de voorstelling *Via Viola* (regie: Theu Boermans) van De Theatercompagnie (2001), naar aanleiding van een kritische reactie. Met antwoord van de toeschouwer.
Aan de heer …
Amsterdam, 9 januari 2002
Geachte mijnheer …
Allereerst dank voor uw brief. Wij waarderen het zeer dat u de moeite neemt ons uw mening ten aanzien van ‘Via Viola’ te laten weten. Het is voor ons erg belangrijk een zo direct mogelijk contact te houden met ons publiek. Want voor wie of waartoe maken we anders toneel? Theu Boermans regisseert op dit moment het Gilgamesh-epos in Wenen; de reden waarom ik op uw schrijven reageer.
Uw reactie op ‘Via Viola’ is begrijpelijk en meerdere mensen delen uw mening. Het stuk is tot onze spijt ook niet helemaal geworden wat wij ervan gedroomd hadden. Het experiment verschillende disciplines (film/televisie, opera, dans en toneel) door elkaar heen te snijden, is niet helemaal van de grond gekomen. Het is niet die tollende en feestelijke massa geworden, die de grenzen van de vaak streng gescheiden disciplines overstijgt, die wij voor ogen hadden.
Dit komt voornamelijk doordat het repetitieproces vanaf het begin moeizaam verliep. ‘Via Viola’ is gemaakt in een coproductie met vier partners: de ene helft Nederlands en de andere helft Vlaams. Ook het cultuurverschil tussen de werelden van de muziek, de opera en het toneel heeft ons parten gespeeld. Ergens onderweg, tijdens het werk om als het ware een partituur te creĆ«ren die zich loszingt van het papier, is er iets mis gegaan. Maar het is niet eenvoudig om te analyseren wat dat nu precies is. Persoonlijk denk ik dat het verhaal teveel is ondergesneeuwd; de zoektocht van een pubermeisje naar een eigen identiteit, naar zekerheden in een wereld die als een caleidoscoop om haar heen draait. Ik ben van mening dat er vrij veel mogelijk is als het gaat om vormexperimenten, mits er genoeg houvast is. Dat houvast is meestal het verhaal; ikzelf heb er in ieder geval altijd behoefte aan te kunnen volgen welke ‘boodschap’ de makers mij willen vertellen.
Toch is mijns inziens geen van de elementen waaruit de voorstelling is opgebouwd slecht: het is eerder de samensmelting van deze afzonderlijke delen die niet helemaal gelukt is. Een ander punt betreft de tekst van Pascale Platel: al haar voorstellingen kenmerken zich door een cabareteske, bijna fragmentarische en absurdistische stijl. In Vlaanderen bestaat er al een tijdje een ware ‘cult-hype’ rond Platel, maar in Nederland is zij nauwelijks bekend. ‘Via Viola’ is dan ook in BelgiĆ« veel enthousiaster ontvangen dan in Nederland. De cultuurverschillen die wij hebben ondervonden tijdens het repetitieproces, lijken zich daarmee voort te zetten onder ons publiek.
Een laatste gedachte betreft het woordje ‘mislukken’. Vaak zijn het slechts de uitersten die ons bloed sneller doen stromen: de voorstellingen die we ervaren als ‘briljant’ of juist als ‘mislukt’ geven ons stof tot nadenken. En alleen als een theatermaker daadwerkelijk iets in de waagschaal legt tijdens het maakproces, kan een voorstelling vleugels krijgen. Of mislukken. Dat is een risico dat altijd op de loer ligt en ook moet liggen: anders belanden we in een grijs, nietszeggend midden. En om met uw woorden te spreken: dan is het voorbij. Voor ons, maar ook voor ons publiek. En dat willen we niet!
In de hoop u en uw familie nog vaak in het theater tegen te mogen komen, Met vriendelijke groet,
Berthe Spoelstra
(dramaturgie)
Mevrouw Berthe Spoelstra
Dramaturg van
De Theatercompagnie
Kloveniersburgwal 50
1012 CX Amsterdam
Amersfoort, 18 januari 2002
Geachte mevrouw,
Nog even wil ik reageren op uw brief van 9 januari j.l. Ik vond het een heel bijzondere brief en wil u daar hartelijk voor danken. Ik ben door vier dingen getroffen:
- A) de aandacht die u aan mijn brief van 27 december 2001 besteedt, waaruit blijkt hoezeer u ernst maakt met meningen die uit het publiek naar voren komen;
- B) de eerlijke wijze waarop u de oorzaken van het “mis”gaan analyseert; en de zoektocht naar die oorzaken (dit laatste zou op zich een onderwerp voor een toneelstuk zijn; met als titel: “de mislukking”);
- C) de manier waarop u in die zoektocht ook uw persoonlijke mening naar voren brengt;
- D) de les die u me geeft: als er geen risico wordt genomen komen we in het grijze midden en dan is het pas echt gedaan, met u en met ons.
Door uw brief is mijn geloof in en enthousiasme voor uw theater weer helemaal terug. Ik heb uw brief dan ook laren lezen aan de andere familieleden die 2e Kerstdag de voorstelling zagen. Iedereen enthousiast. Die 2e Kerstdag is dus toch nog een succes geworden.
U gaat door en wij blijven komen!
Met hartelijke groet,
…