Logo Utrecht University

Dramaturgy Database

Dossier Nederlandje: Gedachten en ideeën over Nederlandje – mei 2003

Associaties, gedachten en ideeën van Olivier Provily, opgeschreven ter voorbereiding van de voorstelling *Nederlandje* (Het Nationale Toneel, 2003).

NEDERLANDJE

een kritisch beeld van de nederlandse samenleving anno 2003.

“de nederlandse samenleving is een kunstmatige samenleving”.

veel gewone conversatie, dat over niets gaat.

zes personages, ieder een eigen autobiografie.

een huis op het toneel.

het huis staat centraal.

titel vergeten en gewoon gaan maken wat je wil gaan maken. het hoeft nergens aan te voldoen.

(Het toneel stelt een land in het klein voor.

Een huis met daarom heen wegen, stoplichten, zebrapaden, fietspaden, een bruggetje, verkeersborden.

Een bos, de zee, een strand).

(Een poldermodel).

De acteurs rijden rond in karretjes. In skelters, mini-autootjes.

(Alles is geregeld, ziet er geregeld uit).

Het huis wordt bewoond. We zien voor een groot gedeelte alleen maar steeds schimmen in het huis, achter vitrages. Een hoofd dat door het raam steekt. Een schoorsteen die brandt.

(Bladenblazers van de gemeente).

Het is een spel. De mensen denken dat ze werkelijk leven, maar dat doen ze feitelijk niet. Ze leven niet. Ze zijn de bron van hun leven kwijt. Daarom doen ze zo raar.

Ze vinden ook elkaar raar. Ze vertrouwen elkaar niet. Ze zitten te dicht op elkaar.

(Ganzeborden.

Mens erger je niet).

Ze zijn allemaal alleen. Allerlei verschillende types. Van verschillende komaf, verschillende milieu’s.

Afrekenen met Nederland.

Wat kost dat?

het toneel als een soort speeltuin, allerlei kunstmatige attributen, speeltjes, attracties.

een atractie-parkje.

nederlandje – atractieparkje

een verveeld en verwend landje.

kinderen, speeltuin.

Finse filmregisseur Ali / The man without a past

droom én realisme

politieke maatschappij kritiek én eigen werkelijkheid.

zes personages ontwikkelen:

een schoffie

een verloederde, verwaarloosde vrouw

een opgefokt tutje, een huppelkutje

een enorme eikel

de weg kwijt zijn

gesprekken van allochtone nederlanders: spreken hun eigen taal met toevoegingen/delen nederlands er tussen door. Opnemen.

nederlanders die engels praten

donkere vrouw in de trein, grote onderkin, eet uit zakje chips, steeds één chipje. Ze is moe, haar ogen vallen af en toe dicht. ze lijkt op een kat. ze is dik.

hoog catherijne; junks, donkere, zwarte jongens; manier van lopen, wild ongecontroleerd; “meneer, mag ik u iets vragen?”

een personage: “ja, om nou te zeggen dat ik platgebeld wordt door vrienden”

Bret Easton Ellis

De informanten

Less than zero

Het achterdoek is een gigantisch film/videoscherm. daarop oa. projecties van de zee. wilde dieren. natuur. water

een personage: “ik ben alleen maar met mezelf. ik wil iets buiten me!”

legitimeren. Alles en iedereen moet zich legitimeren.

de kunst moet zich legitimeren.

Met nederlanders bedoel ik gewoon de LPF nederlanders. De camping nederlanders. De zongebruinde, geblondeerde, dikke, egocentrische nederlanders. De kortzichtige mede landgenoot. De kleinzielige nederlander, bang zijn schamele bezit te verliezen.

geluidsdecor – Wim Conradi ??

mensen maken ruzie op leven en dood, maar gaan daarna weer rustig door met samen te leven. Alsof er niets gebeurt is. De rijdende rechter. Akkefietjes om niks.

de voorstelling is een persoonlijke voorstelling. Dat wil zeggen, ze is nogal afhankelijk van mijn grillen en grollen. Van mijn fantasietjes en ideeen. Dat kan maar zo heel raar zijn, heel vreemd. Ook dit zal een “rare”, “vreemde” voorstelling worden.

Maar dus ook een persoonlijke voorstelling. Ze is een weerslag van mijn impressies. Van mijn impressies op straat, in de trein. En ook in mijn familie, mijn jeugd.

Ik permiteer mezelf totale vrijheid in expressie.

Naast persoonlijk is de voorstelling ook poetisch. Dit betekent het samen laten gaan van verschillende theatrale stijlen/codes.

Naast persoonlijk en poetisch is de voorstelling ook politiek. Dit betekent dat ze een weerslag vormt op de nederlandse samenleving anno nu.

Onder titel van de voorstelling; Wie ben ik?

Identiteitscrisis van een volk.

Identiteitscrisis van de personages.

Vergelijk het huis/tempel van Apollo. Ken U zelf.

Dat is nu; Wie ben ik?

Druk, druk, druk.

Lachen om serieuze zaken. Het afdoen van zwaarte. Het niet-serieus nemen van armoede.

Balletjesbak van Ikea.

Sesamstraat

Utrecht CS: twee meisjes van een jaar of 16/17 lopen in korte spijkerrokjes en grote gehaakte panty’s op hoge hakken met tasjes en tassen over het perron. Ze giechelen en vinden het blijkbaar spannend om zo rond te lopen. “Tjee, ik ben blij dat ik niet in m’n eentje zo loop zeg” zegt/giechelt de één tegen de ander.

Gebrul van jongens met bier op straat.

Een stelletje: ze staan dicht bij elkaar/voor elkaar, maar kijken toch een beetje ongemakkelijk naar links of naar rechts, naar iets dat ze zien, naar een trein die komt of niet komt. Zij wil wel, is korter dan hij, moet naar hem opkijken, maar hij houdt een beetje af, kijkt op haar neer. Zij volgt hem. Een ongemakkelijk afscheid?

Dat zou een mooi statement zijn; in de voorstelling alle talen behalve het nederlands.