Dossier Nederlandje: Verslag overleg 3 september 2003
Verslag van een overleg tussen regisseur Olivier Provily, dramaturge Annelore Kodde en regieassistent Liesbeth Groot Nibbelink, vlak voor aanvang van de repetitiefase van *Nederlandje*.
in de stijl van Olivier: losse zinnen, korte aantekeningen
De voorstelling gaat niet alleen maar ergens over, maar ís ook.
Er worden twee lijnen uitgezet, die ook weer sterk met elkaar verbonden zijn
- het onderwerp: Nederland, wat is er met het land aan de hand, het in de war zijn, angst voor het vreemde, omgang met asielzoekers en illegalen, identiteitsverlies
- de vorm: zoeken naar een nieuwe vorm van theater maken, van de conventie weg, antwoord geven op de vraag: waarom wil ik theater maken en hoe moet dat theater eruit zien. Ode aan de verbeeldingskracht. De rode gordijnen terug!
De koppeling zit onder meer hierin: Nederland is in de war, de voorstelling is ook in de war
Theater maken dat politiek, poëtisch, persoonlijk is. Het persoonlijk maken is in deze tijd belangrijk.
Normale dialogen als materiaal gebruiken, daarin de dramatiek zoeken.
Verwarring.
Annelore: over mythen en sprookjes
In vrijwel alle sprookjes zijn dezelfde kenmerken terug te vinden: een persoon wordt uit zijn vertrouwde
omgeving gehaald en op de proef gesteld (vaak in de vorm van de jongste zoon die niets erft van zijn vader en op
eigen kracht zijn weg door het leven moet zien te vinden). Deze persoon moet zijn weg vinden. Die weg leidt
vrijwel altijd door een bos (als symbool voor het vreemde, het gevaarlijke), er moeten raadsels worden opgelost,
ontmoetingen met vreemde raadselachtige figuren. Vaak is er ook een element van de zondvloed aanwezig,
water (in dit geval symbool van vernietiging, waarna iets nieuws kan ontstaan). Aan het eind wacht dan het
kasteel, de liefde, het geld en het eeuwige geluk.
Deze persoon is een held.
De mythe kent ook dat gegeven van iemand die uit zijn vertrouwde omgeving wordt gehaald en elders op de proef wordt gesteld. In mythes speelt de gastheer ook een belangrijke rol, de manier van ontvangst, het onthaal. Ook hier gaat het om de ontwikkeling die de hoofdpersoon doormaakt, ook hier gaat het om helden.
Olivier:
Mythen en sprookjes kennen veel analogieën met de reis van de asielzoeker, met dit verschil dat de laatste allerminst als held wordt beschouwd.
N.a.v. workshop Jean Michel Bruyère: asielzoekers zijn de helden van nu, voorlopers van een wereld waarin mensen veel minder gebonden zijn aan een vaste plek, een nomadisch bestaan leiden.
De mythe of het sprookje als de grote lijn van de voorstelling.
Nederland wordt begraven.
Zes spelers dragen een doodskist met daarin Nederland en daarbij Mozarts Requiem
Discussie over nationalistische gevoelens.
Veel Nederlanders die teruggrijpen naar iets dat je een Nederlandse identiteit zou kunnen noemen, momenten met veel oranje en Hollandse gezelligheid.
Dit teruggrijpen is een doodlopende straat, een in zichzelf keren, terugtrekkende beweging.
Nederlanders hebben niet zoveel met Europa.