Logo Utrecht University

Dramaturgy Database

Internet en het einde van de theaterkritiek

In 2003 bestudeerde een werkgroep van dramaturgen en critici bestaande en nieuwe vormen van cultuurjournalistiek, in opdracht van o.a. het Holland Festival en het Theaterinstituut. Dit resulteerde in de publicatie *Een nieuwe generatie cultuurjournalisten*, waarvan dit artikel een onderdeel is: over een aantal jaren wordt het beroep van recensent bijgezet in het vakje ‘vroeger, weet je nog wel’. Wie wil weten of een voorstelling of expositie de moeite waard is om te bezoeken zal dan op internet de mening van ‘peers’ peilen. Aldus het radicale toekomstbeeld van Simon van den Berg, oprichter en redacteur van www.moose.nl. Betekent dat het einde van de kunstkritiek? Juist niet, beweert hij.

Berg, Simon van den. “Internet en het einde van de theaterkritiek.” In Een nieuwe generatie cultuurjournalisten. Amsterdam: Theater Instituut Nederland, 2003.

Klagen over theaterkritiek is als klagen over het weer. Tijdens het inmiddels afgeschafte debatje ‘Kritiek op Kritiek’ tijdens het jaarlijkse Theaterfestival in Amsterdam hoorde je ieder jaar dezelfde verwijten: recensies hebben te weinig diepgang, te weinig binding met andere kunstvormen en verworden tot veredelde columns. Geen wonder dat de kranten de afgelopen tien jaar minder en minder ruimte zijn gaan besteden aan theaterkritieken, ten gunste van foto’s, voorbeschouwingen en interviews.

Het lijkt wel alsof de critici zijn vergeten wat de belangrijkste vraag is van hun lezerspubliek: moet ik naar deze voorstelling? De meeste stukken bestaan tegenwoordig uit weinig meer dan het navertellen van de plot, uitleggen wie regisseur en schrijver zijn en een beschrijving van het decor. Aan oordelen komt de recensent nauwelijks toe. En of de lezer erheen moet? De recensie zal het ze niet vertellen.

Vanuit deze kritiek op de theaterrecensenten en hun redacties startte al in 1997 theaterwebsite Moose. Op Moose kon en kan iedere theaterbezoeker een kleine recensie schrijven over geziene voorstellingen. Deze Minirecensies zijn kort door de bocht, ongenuanceerd, slecht geschreven soms, maar vrijwel altijd doortrokken van enthousiasme, woede, ergernis, bewondering, verwarring of andere emoties die de geharde theatercriticus liever niet laat merken. De Minirecensies zijn een hoogst functionele manier om de lezers te vertellen waar ze heen moeten.

Op grote, internationale sites zoals Amazon of IMDb zie je wat de toekomst op dit gebied is. Miljoenen bezoekers leveren een bijdrage door respectievelijk boeken en films te beoordelen. En de lezers blijken deze meningen van hun ‘peers’ veel hoger te achten dan die van professionele critici. Zo zal het binnenkort ook in het Nederlands en Vlaams theater gaan: op sites zoals Moose zullen meer en meer mensen meer en meer Minirecensies schrijven over meer en meer voorstellingen. Daarmee zullen ze een veel groter deel van het theateraanbod bestrijken dan de kranten nu kunnen. Door een slimme database zal iedere bezoeker een persoonlijk theateradvies kunnen krijgen, op basis van eerder geschreven recensies en meningen van anderen met dezelfde smaak.

Deze overgang heeft louter voordelen. De theatermakers zullen nu ècht gaan weten wat de toeschouwers er nou van vonden en worden voor de beoordeling van hun werk minder afhankelijk van een geslaagde première. Schouwburgdirecteuren en publiciteitsmedewerkers krijgen beter inzicht in de luimen van het publiek en het publiek zelf krijgt van vrijwel iedere voorstelling te horen of het er al dan niet heen moet.

Zelfs voor de theaterkritiek ligt er een kans. Hoewel de theaterrecensies zoals we die nu in de kranten lezen in toenemende mate overbodig worden, zal er juist méér behoefte ontstaan aan diepgaande interpretaties, vergelijkingen met andere kunstvormen en beschouwingen over het oeuvre van een theaterkunstenaar. Voor kranten verdwijnt de noodzaak om van veel voorstellingen snel na de première een recensie te plaatsen. Dit kan voor de theaterkritiek ruimte en tijd maken om minder voorstellingen beter te beschouwen. Maar wil de theatercriticus geen werkloze dinosaurus worden, dan zal die nu zijn of haar kans moeten grijpen.