Logo Utrecht University

Dramaturgy Database

Presentatie: Gast in de kast

In 2003 bestudeerde een werkgroep van dramaturgen en critici bestaande en nieuwe vormen van cultuurjournalistiek, in opdracht van o.a. het Holland Festival en het Theaterinstituut. Dit resulteerde in de publicatie *Een nieuwe generatie cultuurjournalisten*, waarvan dit artikel een onderdeel is: in Nederland zijn het de professionele beoordelaars die een kunstwerk het officiële kwaliteitsstempel geven. Neem je de inmiddels enorme hoeveelheid publieksprijzen in ogenschouw, dan lijkt het publiek andere maatstaven te hebben. Bart Krieger en Eve Hopkins vertegenwoordigen het standpunt dat de mening van het publiek net zo serieus genomen moet worden als die van de professionele kijker. Zij stellen ‘Gast in de Kast’ voor, plek voor de stem van het publiek.

Hopkins, Eve & Bart Krieger. “Presentatie: Gast in de kast.” In Een nieuwe generatie cultuurjournalisten. Amsterdam: Theater Instituut Nederland, 2003.

Eve Hopkins en Bart Krieger presenteren: Gast in de Kast, het audivisuele gastenboek voor publiek.

Twee jonge Marokkaanse meiden, wiebelend op hoge hakken met in de hand een cocktail, kunnen hun lach niet bedwingen. De Soirée Orientale in het Concertgebouw is net afgelopen. Onder het waakzaam oog van hun in het zwart gesluierde moeder verdwijnen ze achter de roodfluwelen gordijnen van een houten hoge kast. Met z’n tweeën kruipen ze op het bankje van wat op een pasfotohokje lijkt. Ze kijken in de lens van een videocamera.

Meisje 1: ‘Ik hou van Samira Saïd, ik kan niet zonder haar.’

Meisje 2: ‘Ja, een geweldig concert. Ik heb er echt van genoten, het was super!’

Meisje 1: ‘Werkt die (de camera) al of niet?’

Meisje 2: ‘Ja, tuurlijk, hij loopt al!’

Meisje 1: ‘Oh!’ (gegiechel)

Meisje 2: ‘Ja, echt genoten hoor, dat was het, doei!’

Gast in de Kast is de audiovisuele versie van het traditioneel geschreven gastenboek, bekend van musea, kerken, galeries en bruiloften. Het publiek wordt steeds vaker door middel van vragenformulieren aan de tand gevoeld over het zojuist beleefde. De ervaring leert echter dat de vragenlijsten veel van de spontaniteit in de kiem smoren en bovendien geen ruimte laten voor non-verbale reacties. De Kast wil dat anders doen. Het publiek mag niet gestuurd worden in het vormen van hun mening. Camera en geluiden moeten een completer beeld geven, niet alleen van hun mening, maar ook van de toeschouwers zelf.

De Kast kan een belangrijke bijdrage leveren aan het tastbaar maken van de immateriële aspecten van een voorstelling of muziekuitvoering. Wat blijft er over van het Marokkaans concert Soirée Orientale als zangeres Samira Saïd is uitgezongen? Twee of drie open doekjes, een staande ovatie en de festivalgangers haasten zich reeds naar de garderobe. De Kast heeft Samira Saïd die avond met vijftien Kastconfessies vereeuwigd.

Meneer: ‘Het was een heel mooi concert. Ik ben niet Marokkaans, maar van Turkse afkomst. En dat is één ding wat ik wil zeggen: als je Turken en Marokkanen bij elkaar zet, dan gaan we feesten. Dat was jammer aan deze avond, dat er geen dansvloer was. Als wij gaan feesten, dan is dat echt nodig.’

Deze mening werd gedeeld door meerdere concertgangers, die niet snapten waarom er geen gelegenheid was om te dansen. Die informatie zou zonder de Kastconfessies niet boven tafel zijn gekomen. Makers, theaters en subsidiegevers hebben een toenemende belangstelling voor de feedback van het publiek. De Kast biedt die feedback.

De Kast maakt geen onderscheid tussen de gevestigde orde en jonge makers, bindt zich niet aan een bepaalde voorstelling, maar zoekt op verschillende locaties het publiek op en stelt het publiek in de gelegenheid ongecensureerd hun hart te luchten. Op eigen initiatief of op uitnodiging van één van de Kastmedewerkers, kan men na afloop van een voorstelling alleen of met meerderen voor de camera kritiek spuien, dansjes doen of alleen maar gekke bekken trekken. De Kast is niet geïnteresseerd in gepolijste kunstbeoordelingen, maar in de eerste spontane reacties, emoties en indrukken.

Wat vindt het publiek van het theateraanbod in Nederland, is het in staat om het kaf van het koren te scheiden of gaat alles er als zoete koek in? Uit de ongeveer 125 reacties uit de (Amsterdamse) standplaatsen Stadsschouwburg, Docklands en het Concertgebouw blijkt dat er onder het publiek niet alleen een grote bereidwilligheid, maar ook een sterke behoefte bestaat om te reflecteren. Uitzonderingen daargelaten, weet het merendeel van het publiek zijn of haar mening goed te formuleren, en zelfs te beargumenteren. Reacties op SOH10, The Opera, Docklands 27 juni 2003:

“Ik ben erg onder de indruk en dat was natuurlijk ook de bedoeling. Vijf grote videoschermen en nog eentje ernaast is erg overdonderend. Het harde geluid, waar je middenin zit, vond ik erg mooi. Het soort basisverhaal van op zoek gaan naar kennis en de grenzen daarvan is iets wat we zelf altijd doen. De combinatie van media is erg goed gebruikt. Een minpuntje is dat de performance een beetje klein is ten opzichte van de rest. En dan krijg je wel eens dat de techniek wat al te overheersend wordt, al te indringend en indrukwekkend, maar tegelijkertijd klopt dat weer met de inhoud van de voorstelling, dus daar heb ik vrede mee. De film refereert zowel aan allerlei klassieke verhalen als aan eigentijdse pulpverhalen. Zeer indrukwekkend, kortom: een voorstelling die iedereen gezien moet hebben!”

Meneer 1: “Nou, waar hadden we het over? Het was een hartstikke mooie voorstelling.”

Meneer 2: “We hebben net een bijzondere voorstelling gezien. Het is allemaal erg overdonderend. Het zet ons aan het denken, niet alleen over de problematiek van de mens in de cyberspace en de cyberspace in de mens, maar ook over hoe je zoiets maakt. Je gaat zelf fantaseren over hoe je dat zou doen. Nou, zeggen jullie ook es wat, anders zitten jullie daar maar!”

Meneer 1 en Mevrouw: “Tja, het is altijd moeilijk om iemand in de rede te vallen, maar in die voorstelling ging het fantastisch. Het ging maar door dat alles en iedereen elkaar in de rede viel. Van links naar rechts, van voor naar achter, en het communiceerde heel erg mooi. De muziek gaf je af en toe nog een kontje (gelach). Heel illustratief. Het ging ook over belangrijke dingen, al zal iedereen er wat anders uit begrepen hebben. Het is dus nog niet ontdekt dat de menselijke ziel niet bestaat. Er is een wijdverbreid geloof dat de menselijke ziel niet bestaat, maar daar is geen enkel bewijs voor. We ervaren het. We maken er jacht op, en dat is duidelijk te zien in deze voorstelling.”

Meneer: “Wat we ervan vonden? Het zag er mooi uit. We begrepen er helemaal niets van. Maar dat is kunst hè.” (grijnst) Mevrouw: “Mmja…”

Meneer: “Dat was het. Of nog meer (kijkt naar mevrouw)? Het zag er heel mooi uit, heeft vast heel veel geld gekost!”

De publieksreacties zijn divers en spreken elkaar ook tegen. Het publiek blijkt één voorstelling op dezelfde avond, totaal verschillend te ervaren. Dat het merendeel van de Kastgangers zich positief uitliet over de voorstelling, is niet terug te vinden in de recensies. Hieronder die van het toonaangevende NRC Handelsblad:

‘(…) Aan pretenties ontbreekt het niet. De tocht door de kronkels van de menselijke hersenen heeft iets hoogmoedigs. Kan de menselijke geest wel worden verklaard? Anderzijds heeft de geest van de mens altijd gestreefd naar de overschrijding van grenzen. De voorstelling heeft geen emotionele impact, daartoe is het technisch vernuft te ver doorgevoerd. Kil, klinisch, wetenschappelijk: dat zijn de kernwoorden.’ (NRC Handelsblad, 16 juni 2003)

Gast in de Kast is onder andere ontstaan uit onvrede met de geschreven kunstkritiek. Door de betreffende criticus wordt een recensie als een ‘absolute waarheid’ gezien. Erger is dat het grootste deel van de kunstwereld de daarin geventileerde mening ook als zodanig opvat. Voor theatermakers kan een negatieve recensie funest zijn. Het beïnvloedt de publieksopkomst, maar het vermindert ook de kans op subsidie. Na een paar negatieve recensies sluiten de deksels van de subsidiepotten zich al gauw. De Kast wil blijvend een tegenwicht bieden aan de huidige kunstkritieken, die nu een van de belangrijkste informatiebron over voorstellingen vormen.

De Kast werkt aan een systeem waarbij het publiek het publiek informeert. Zo zal in de meningsvorming het alleenrecht van de recensie verschuiven naar de diversiteit van de meningen en beelden van de toeschouwers.

Naast de kast met de rode gordijnen die zal reizen van speelplek naar speelplek wordt een website gebouwd: www.gastindekast.nl. Daar zullen de filmpjes van de Kastconfessies terug te vinden zijn. Toeschouwers die nog willen gaan, kunnen zo informatie over de voorstelling verwerven. Via de site kunnen subsidiegevers inzicht verwerven in de ontvangst van de voorstelling. En de theatermakers krijgen feedback over hun werk. In de toekomst wordt naar samenwerkingsverbanden gezocht met theatermakers, die de output van de Kastconfessies zouden willen gebruiken als input voor hun voorstellingen.

Representeren Kastgasten het gehele publiek? Om uiteenlopende redenen, te moe, haast, geen zin, cameravrees, zal een deel van de theateraanbidders zich nooit in De Kast wagen. Maar dat hoeft ook niet. De Kast laat mensen aan het woord die onder de eenduidige noemer van ‘het publiek’ meestal zonder stem blijven.

De Kast heeft op 14 september 2003 in de Stadsschouwburg van Utrecht tijdens het festival De Favorieten – de theaterkeuze van het Utrechtse publiek – gestaan, en stond op 16 en 17 oktober 2003 tijdens het jeugdoperafestival Yo-festival, eveneens in Utrecht. Het project wordt gepresenteerd op een door Theater Instituut Nederland te organiseren conferentie over beoordelings- en selectieprocessen. In samenwerking met de Faculteit Theaterwetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en Theater Bellevue zal het onderzoek vanaf eind januari 2004 voortgezet worden.