Brief van Janine Brogt aan de redactie van weekblad De Tijd.
Brief van Janine Brogt aan de redactie van weekblad De Tijd, waarin zij reageert op het artikel “Waarom maakt Komrij van een strijdbijl ‘Polen te slee’?’, waarin Mac Liems de *Hamlet*-vertaling van Gerrit Komrij bekritiseert. Zij is het oneens met diens kritiek en maakt dat aan de hand van een aantal voorbeelden in de vertaling duidelijk.
Amsterdam, 6-9-1986
Mijne Dames en Heren,
In Nederland hebben toneelgezelschappen de goede gewoonte om tekstboekjes uit te geven van door hen gespeelde stukken. Dat is ook het geval bij HAMLET, dat op 11 oktober bij Het Publiekstheater in première zal gaan. DE TIJD vond het niet nodig om het tekstboekje af te wachten en liet Marc Liems de nieuwe vertaling van Gerrit Komrij in haar kolommen (6 september jl) beoordelen. En Marc Liems vond het niet nodig de volledige vertaling af te wachten; op het ogenblik dat hij zijn artikel schreef beschikte hij over een ongecorrigeerde versie van maar drie van de vijf bedrijven.
Het ontbreekt redactie en schrijver aan zorgvuldigheid, dat is één ding. Een tweede is dat het ‘de Haarlemse Shakespeare-kenner vertaler en scribent,’ zoals u Liems betitelt, aan kennis van zaken en vermogen tot argumenteren ontbreekt. Ik geef een paar voorbeelden ter toelichting.
Liems verwijt Komrij dat hij in een bepaalde passage (‘Polen te slee’) kiest voor ‘de minst gebruikelijke en minst waarschijnlijke lezing.’ De Arden-editie van HAMLET (1982) en dat is de meest gezaghebbende geannoteerde editie, wijdt een noot van twee pagina’s aan dit stukje tekst om uit te leggen dat de gebruikelijke verklaring, nl. ‘Polen te slee’ inderdaad de juiste is. Ook bij een ander citaat (‘mottig vlees’) lijkt het erop dat de Arden-editie tot nu toe aan Shakespearekenner Liems voorbij is gegaan.
‘Ik wil haar dolken laten horen’ voor ‘I will speak daggers to her.’ Dat mag niet, zegt Liems, want dolken kun je niet hóren. Kun je dan wel dolken spréken, of mag Shakespeare meer dan zijn vertalers? Liems’ argumenten zijn op meer plaatsen een verrassing: ‘Dat wordt lachen’ of ‘Ach ja, je moet toch wat.’ Ik geloof niet dat de lezer, voor wie Komrij’s vertaling pas over een maand beschikbaar is, iets aan zulke gratuite opmerkingen heeft. Ook termen als ‘het staat er gewoon,’ of ‘de (algemeen aanvaarde) oorspronkelijke tekst’ horen in een serieus artikel over het vertalen van Shakespeare niet thuis. Het staat er in Engels van zo goed als vierhonderd jaar geleden en dat is zelden ‘gewoon,’ en algemeen aanvaard is er wat betreft Shakespeare zo goed als niets; dat weet iedereen die zich, al is het maar heel even, met hem en zijn werk heeft beziggehouden.
Waar het artikel op neerkomt is flauwekul, die bovendien ruikt naar kinnesinne, en tot welk nut? Dat er weer een paar pagina’s gevuld zijn? Laat dan liever een ‘scribent’ die wél kennis van zaken heeft zich over een complete, persklare HAMLET-vertaling buigen, want er is waarachtig wel iets interessants en steekhoudends over te beweren. Zelfs of juist als je het met een vertaling oneens bent.
Janine Brogt
Dramaturg HAMLET